Transitievergoeding voor kleine bedrijven
09-09-2016
Werknemers die ten minste twee jaar bij een werkgever in dienst zijn geweest, komen op grond van de wet Werk en Zekerheid bij ontslag voor een transitievergoeding in aanmerking. Bedrijven met minder dan 25 werknemers in dienst mogen, enkel in geval van ontslag om bedrijfseconomische redenen, bij het berekenen van de transitievergoeding uitgaan van de startdatum van 1 mei 2013, ook al heeft het dienstverband langer geduurd. De reden hiervoor is dat deze bedrijven vroeger bij de aanvraag van een ontslagvergunning bij het UWV geen ontslagvergoeding verschuldigd zouden zijn geweest. De overgangsregeling duurt tot 1 januari 2020 en moet ‘kleine’ werkgevers in staat stellen om een potje op te bouwen voor de transitievergoeding.
Het UWV toetst of een werkgever aan de voorwaarden voldoet om gebruik te kunnen maken van de overgangsregeling. De werkgever moet dan bij het aanvragen van het ontslag bij het UWV ook een verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding aanvragen. Het UWV zal onderzoeken of de informatie die de werkgever verstrekt bij de ontslagaanvraag naadloos aansluit bij de informatie die verstrekt wordt bij het verzoek om een verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding. Voor beide verzoeken moeten werkgevers gebruikmaken van een verplicht gesteld formulier. Deze formulieren kan de werkgever downloaden van de website van het UWV.
De voorwaarden om voor de overgangsregeling in aanmerking te komen zijn:
- In de drie boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet, is het netto resultaat van het bedrijf kleiner geweest dan nul.
- Er is sprake van een negatief eigen vermogen;
- De waarde van de vlottende activa is aan het einde van het boekjaar voorafgaand aan het jaar van beëindiging of niet voortzetting van de arbeidsovereenkomst kleiner dan de kortlopende schulden met een resterende looptijd van maximaal één jaar.
Uit artikel 24 van de Ontslagregeling volgt dat het jaar waarin de ontslagaanvraag wordt gedaan of het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt gevraagd of het jaar waarin de arbeidsovereenkomst op andere wijze eindigt, het peiljaar is. In het peiljaar moet er sprake zijn van een onderneming met minder dan 25 werknemers en in de 3 boekjaren voorafgaand aan het peiljaar dient het netto resultaat van het bedrijf kleiner te zijn geweest dan nul.
Elk geval is anders. Dit artikel bevat algemene informatie die niet rechtstreeks op een concreet geval kan worden toegepast. Als u vragen heeft, win dan informatie in of vraag advies.