Wonen in Nederland en werken in Duitsland
09-09-2016
Werknemers met een ‘kleine baan’ in het buitenland hebben soms toch recht op (Nederlandse) kinderbijslag en AOW-pensioen.
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelt in twee uitspraken van 6 juni 2016 dat uit het arrest Franzen volgt dat artikel 13 van Verordening 1408/71 zich er niet tegen verzet dat aan migrerende werknemers kinderbijslag of ouderdomspensioen of partnertoeslag (AOW) wordt toegekend.
De betreffende EU-verordening verplicht de Sociale Verzekeringsbank (SVB) er niet toe deze uitkeringen te weigeren als er geen sprake is van cumulatie (samenloop) van uitkeringen van dezelfde aard.
De SVB hoeft zulke uitkeringen slechts toe te kennen als de betrokken personen niet verzekerd zijn voor deze uitkeringen op grond van de wetgeving van het land waar zij werken of hebben gewerkt.
Bovendien moet er voldaan worden aan de voorwaarden van de Nederlandse wetgeving (in dit geval de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de Algemene Ouderdomswet (AOW)).
De uitspraak van de CRvB met nummer ECLI:NL:CRVB:2016:2144 ging over een alleenstaande, in Nederland wonende, moeder met de Nederlandse nationaliteit. Vanaf 1 januari 2001 werkte zij in Duitsland. Omdat het om een hele kleine baan ging, kwam zij in Duitsland niet in aanmerking voor Kindergeld. De Sociale Verzekeringsbank nam in enkele besluiten het standpunt in dat zij sinds 1 januari 2001 geen recht had op kinderbijslag.
De uitspraak van de CRvB met nummer ECLI:NL:CRVB:2016:2145, ging over een vrouw die van 19 mei 1988 tot en met 12 mei 1993 in een kleine baan in Duitsland had gewerkt. Zij was niet toegelaten tot het Duitse stelsel van sociale zekerheid (in de uitspraken van de CRvB worden de woorden ‘geringfügige Arbeit’ aangehaald). Op 3 oktober 2007 kreeg haar man een AOW-pensioen met partner-toeslag toegekend. De SVB paste op de toeslag een korting toe omdat zijn vrouw in bovengenoemde periode niet naar Nederlands sociaal verzekeringsrecht verzekerd zou zijn geweest.
De uitspraak van de CRvB met nummer ECLI:NL:CRVB:2016:2145 ging ook nog over een man, die was geboren in 1943 en die Nederlander is en blijkbaar altijd in Nederland had gewoond en die van 25 juni 1972 tot en met 24 juli 1972 en van 1 januari 1990 tot en met 31 december 1994 in een kleine baan in Duitsland had gewerkt. Hij was daar niet toegelaten tot het Duitse stelsel van sociale zekerheid. Bij besluit van 1 augustus 2008 kende de SVB hem een AOW-pensioen toe, maar met een korting van 14% wegens niet verzekerde jaren.
In alle drie de gevallen ging het om mensen die in Nederland wonen en die gedurende enkele jaren in Duitsland hebben gewerkt.
Uit het recht van de Europese Unie volgt dat tijdens de jaren dat er in Duitsland wordt gewerkt, het Duitse sociale verzekeringsrecht van toepassing is.
Doordat de verrichte werkzaamheden naar Duits recht als ‘geringfügig’ werden aangemerkt, ontstond er geen aansluiting bij het Duitse sociale verzekeringsrecht (dus geen recht op Duits Kindergeld en geen aanspraak op Duits ouderdomspensioen).
Uit het recht van de EU volgt verder dat er gedurende één bepaalde periode slechts één nationaal stelsel van sociale verzekeringen van toepassing kan zijn.
In het bovengenoemde arrest Franzen van het Hof van de Europese Unie (EU) blijkt dat er uitzondering op deze twee regels kan bestaan. Het recht van de EU verzet zich er niet tegen dat aan migrerende werknemers kinderbijslag of ouderdomspensioen of partnertoeslag (AOW) wordt toegekend onder de bovengenoemde voorwaarden.
Als u in Nederland woont en in Duitsland of in een ander land van de EU in loondienst gaat werken, is het aan te bevelen om vooraf te onderzoeken of de Nederlandse sociale verzekeringswetgeving of de wetgeving van het werkland op dat dienstverband van toepassing is.
De SVB en het UWV kunnen in dit soort situaties (waarin iemand in Nederland woont en in een andere EU-land in loondienst werkt) een of meer besluiten omtrent het verzekerd zijn nemen. De SVB en het UWV geven in zulke besluiten als oordeel of de Nederlandse sociale verzekeringswetten van toepassing zijn of niet. Tegen zulke besluiten kan bezwaar en beroep bij de Nederlandse rechter worden ingesteld.
Het wonen in Nederland en het werken in een ander EU-land heeft meerdere rechtsgevolgen. Elk geval is anders. Wilt u nader worden geïnformeerd, ga dan op onderzoek uit of win advies in, bijvoorbeeld bij Advocatenkantoor Van Ham.