De risico's van een vaststellingsovereenkomst bij ziekte van de werknemer

27-03-2017

Als een werkgever en een werknemer met elkaar een vaststellingsovereenkomst sluiten waarmee de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, dan zal de werknemer in veel gevallen recht op een WW-uitkering hebben. Maar wanneer de werknemer tijdens de ondertekening van zulk een overeenkomst en op de laatste dag van het dienstverband ziek is, is er sprake van een heel andere situatie.

Een zieke werknemer dient op grond van het bepaalde in art. 45 lid 1 Ziektewet te voorkomen dat het UWV wordt benadeeld. Hij of zij mag tijdens ziekte niet meewerken aan een overeenkomst waarbij de arbeidsrelatie met wederzijds goedvinden wordt beëindigd. Indien de zieke werknemer toch zulk een overeenkomst tekent en vervolgens bij het UWV per de eerste dag van werkloosheid een Ziektewetuitkering aanvraagt, is het UWV met een beroep op artikel 45 lid 1 sub j ZW bevoegd om de uitbetaling van een ZW-uitkering geheel of gedeeltelijk tijdelijk of blijvend te weigeren.

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in een uitspraak van 1 februari 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:350, uitgemaakt dat er wél een recht op ZW-uitkering jegens het UWV ontstaat, maar dat het UWV bevoegd is om aan de werknemer een maatregel (strafkorting) op te leggen.  

Volgens de rechtspraak van de CRvB mag een zieke werknemer niet nalaten verweer tegen een voorgenomen beëindiging van de arbeidsovereenkomst te voeren, wanneer daar geen deugdelijke grond voor is (bijvoorbeeld: CRvB 8 december 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:B08178).  

Tegen een beslissing van het UWV om de uitbetaling van de ZW-uitkering geheel of gedeeltelijk tijdelijk of blijvend te weigeren mogen de werkgever en de werknemer bezwaar bij het UWV en beroep bij de rechter instellen. Er kan, bijvoorbeeld, sprake zijn van verminderde verwijtbaarheid.

Als een werknemer een beëindigingsovereenkomst tekent en vervolgens ziek uit dienst gaat, komt hij of zij ook niet voor een WW-uitkering in aanmerking. Deze werknemer voldoet immers niet aan de voorwaarde dat hij of zij beschikbaar voor de arbeidsmarkt is (artikel 16 lid 1 sub b WW). Vanaf het moment dat de werknemer zich wël beschikbaar stelt om werk in loondienst te aanvaarden, is hij of zij werkloos in de zin van de WW en zou hij of zij vanaf dat moment wél voor een WW-uitkering in aanmerking moeten kunnen komen.

Bij deze ‘geregelde’ beëindigingen van de arbeidsovereenkomst wordt er vaak afgesproken dat de zieke werknemer zich vóór de laatste dag van het dienstverband hersteld meldt. Dit biedt niet altijd soelaas. Als de werknemer zich korte tijd later bij het UWV ziek meldt, onderzoekt het UWV zelfstandig of er wel of geen sprake van een doorlopende arbeidsongeschiktheid is geweest. Het risico dat een eventuele Ziektewetuitkering wordt geweigerd, kan worden beperkt door de werknemer kort voor het einde van het dienstverband door de bedrijfsarts medisch te laten onderzoeken.

Door de ondertekening van een vaststellingsovereenkomst eindigt de verplichting van de werkgever om na de einddatum nog loon of ziekengeld aan de zieke werknemer te betalen. Als het UWV vervolgens met een beroep op artikel 45 ZW weigert aan de werknemer een ZW-uitkering te betalen, staat de werknemer met lege handen. Sommige werknemers hebben in het verleden – soms met succes – in een civiele procedure de nietigheid van de getekende vaststellingsovereenkomst ingeroepen. Zie, bijvoorbeeld, rechtbank Overijssel, 23 december 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5771.

Conclusie.

Ondanks het bovenstaande is een vaststellingsovereenkomst een goed en efficiënt middel om een arbeidsovereenkomst te beëindigen.

Het is wel belangrijk om de werknemer goed en volledig voor te lichten over de gevolgen van het tekenen van zulk een overeenkomst. Met name het eventuele recht op een ZW-uitkering moet bij die voorlichting aan de orde komen.

De sinds 1 juli 2015 geldende wettelijke bedenktermijn van 2 weken dient te worden gerespecteerd.

De re-integratie-activiteiten dienen tot aan het einde van het dienstverband te worden voortgezet. Als de werknemer zich voor het einde van het dienstverband hersteld meldt, is het aan te bevelen dat hij of zij eerst nog even door de bedrijfsarts wordt gezien.  

Aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend. De regelgeving op het gebied van arbeidsongeschiktheid is zéér omvangrijk. Elk geval is anders. Als u meer wilt weten, win dan juridisch advies in bij, bijvoorbeeld uw arbodienst of accountant of bij een advocaat.