Hoe verloopt een keuring voor de WIA en in andere arbeidsongeschiktheidswetten?

20-04-2017

Bij de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) en de WAJONG (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten) gaat het erom of iemand — gezien zijn medische toestand — nog ‘algemeen geaccepteerd’ werk kan verrichten en zo ja, welk inkomen hij daarmee kan verdienen. Het uurloon dat hij nog kan verdienen wordt vergeleken met het uurloon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Is het vroegere inkomen hoger, dan heeft de werknemer ‘verdiencapaciteit’ verloren. Is er sprake van een verlies aan ‘verdiencapaciteit’ van 35% of meer, dan is de werknemer voor de WIA of de jongere voor de WAJONG arbeidsongeschikt.

De schatting van de mate van arbeidsongeschiktheid begint met een medisch onderzoek. Als iemand volgens de verzekeringsarts nog mogelijkheden heeft om te functioneren, vindt daarna een onderzoek door de arbeidsdeskundige plaats. Deze zoekt functies die de belanghebbende nog kan verrichten en bepaalt welk loon hij daarmee kan verdienen. Het arbeidsongeschiktheidspercentage komt tot stand door een vergelijking tussen het loon dat de belanghebbende verdiende voor zijn uitval (maatmanloon) en het loon dat hij met zijn handicap of beperking nog kan verdienen (resterende verdiencapaciteit). Is het verschil tussen beide bedragen ten minste 35%, dan bestaat er recht op een WIA-uitkering of een WAJONG-uitkering.

Ter aanvulling op het bovenstaande wordt opgemerkt dat er bij de schatting door een jurist van het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) ook nog een juridische toets wordt uitgevoerd. De jurist kan, bijvoorbeeld, beoordelen of je nog verzekerd bent voor de sociale verzekeringswetten of dat het sociale stelsel van een ander van toepassing is of dat de wachttijd van 2 jaar moet worden verlengd. 

De keuring voor de WIA of de WAJONG (of voor de WAO of de WAMIL of de WAZ) mondt uit een besluit van het UWV waarin wordt aangegeven wat volgens het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid van de persoon in kwestie op en na een bepaalde datum is. Tegen zulk een besluit kan desgewenst bezwaar en beroep bij de rechter worden ingesteld.  

 

Hoe wordt de resterende verdiencapaciteit berekend?

Het keuringsproces is met heel veel regels en rechtspraak omgeven. Een voorbeeld van zulk een regel gaat over de berekening van je resterende verdiencapaciteit. Dat is het loon dat je met jouw ziekte volgens het UWV nog kunt verdienen. De regeling is te vinden in artikel 9 van het Schattingsbesluit.

De arbeidsdeskundige van het UWV kiest doorgaans 3 beroepen die geschikt voor jou zijn. Hij gebruikt daarvoor gegevens van een groot aantal banen in Nederland. Hij bekijkt wat je met die 3 banen kunt verdienen. Het middelste loon van de 3 functies is jouw restverdiencapaciteit.

Maar stel dat een werknemer in de eerste 2 jaar van zijn ziekte met aangepast werk een salaris heeft verdiend dat hoger was dan het bedrag waarvan bij de theoretische schatting op basis van 3 gangbare functies was uitgegaan. Welnu, dan mag het UWV bij het berekenen van de resterende verdiencapaciteit uitgaan van die feitelijke arbeid en van het daarmee verdiende salaris.

En stel dat die arbeid tot een einde komt omdat het bedrijf van de werkgever failliet gaat of omdat de betreffende functie vervalt of omdat het dienstverband eindigt, wat dan? Gelet op de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter - blijft de werknemer ook na het eindigen van die feitelijke arbeid geschat worden op basis van de verdiensten uit de feitelijke arbeid, ook als de theoretische schatting lager uit kwam.

Elk geval is anders. Heeft u vragen over de WIA of over een andere wettelijke regeling, win dan advies en informatie in.